Inhoud sub-sessies ronde 2
5) Virtual Ward: Een virtuele zorgafdeling
Sprekers: Duco Bannink (Talma Instituut) en een discussant uit de zorgpraktijk.
Inhoud van de sessie. De Virtual Ward, of virtuele afdeling, is een middel om zorg uit het ziekenhuis naar huis te verplaatsen. Een systeem voor informatie-uitwisseling moet de afstemming tussen zorgverleners verbeteren, zodat de 2-1-0-beweging (van tweede naar eerste naar nulde lijn) wordt ondersteund. In Amsterdam wordt er stevig gewerkt aan de invoering van Virtual Wards rond allerlei ziektebeelden (bijvoorbeeld hartfalen, COPD, etc.), rond bepaalde patiëntgroepen (bijvoorbeeld ouderen) en bepaalde typen zorgvragen (bijvoorbeeld acute zorg). Het Talma Instituut onderzoekt en begeleidt de uitwerking van de Virtual Ward rond ouderenzorg.
Er zijn twee uitdagingen: 1) Terwijl bij sommige ziektebeelden op voorhand een redelijk duidelijk beeld bestaat van de taakverdeling en informatiebehoeften van verschillende professionals (zoals bij hartfalen, waarvoor ook een Virtual Ward wordt ingericht), is dat veel minder het geval als de focus ligt op een patiëntengroep, zoals ouderen. Er kan met een oudere immers van alles aan de hand zijn. 2) Het beeld van de informatiebehoeften en van de meest logische taakverdeling tussen professionals is niet eenduidig. Huisartsen hebben een ander beeld van wat ze nodig hebben en wie dat moet leveren dan het ziekenhuis. We bespreken de stand van zaken en de stappen richting een stevigere integratie van zorg.
Doel van de sessie. De totstandkoming van het klinische effect (betere zorg) verloopt via de aanpassing van werkprocessen, zoals betere afstemming tussen zorgverleners. Een Virtual Ward functioneert beter als de inrichting ervan inspeelt op de specifieke informatiebehoeften van specifieke zorgverleners. Voor ‘betere zorg’ in het algemeen gaat niemand harder lopen. En dat hoeft ook niet. Het is belangrijk om de verschillende eigen belangen van verschillende zorgverleners serieus te nemen: die belangen zijn reëel. Er is geen overeenstemming over zorgpad en taakverdeling en daardoor is het inrichten van een systeem van informatie-uitwisseling alleen niet genoeg.
We bespreken de motieven om wel of niet deel te nemen in de Virtual Ward vanuit de eigen werkprocessen van zorgverleners: helpt het mij, als huisarts, of als wijkverpleegkundige, of als medewerker op de zaal in het ziekenhuis, bij het inrichten van mijn werk?
6) Passende zorg als norm: maar met welke indicatoren maak je dat inzichtelijk?
Sprekers: Eric van der Hijden, Vera de Weerdt, Maarten Vink (Talma Instituut); Marian Egberts (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie).
Inhoud van de sessie. In de afgelopen jaren is ons beeld van wat we van zorg verwachten en hoe we dat beoordelen verschoven. In het verleden lag de nadruk op kwaliteit en is er veel onderzoek gedaan naar kwaliteitsindicatoren en het transparant maken van zorg. Op dit moment ligt het accent op passende zorg. Dat omvat vier aspecten: bewezen effectief, samen met de patiënt, op de juiste plaats en gericht op gezondheidswinst. Maar welk soort indicatoren horen daar dan bij en hoe meet je die vervolgens?
Doel van de sessie. In de sessie laten we de uitwerking van deze indicatoren zien zoals die de afgelopen jaren ontwikkeld zijn door het Talma Instituut in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie. Enerzijds gaat het om de conceptualisatie van passende zorg bij een aantal behandelingen (overmatig bloedverlies, afwijkende uitstrijkjes en bekkenbodemklachten). Anderzijds om de manier waarop routinematig verzamelde data daarvoor gebruikt kunnen worden. Er zijn veel beperkingen aan het gebruik van bijvoorbeeld declaratiedata maar door nauwe samenwerking met professionals zijn er toch mogelijkheden. De ontwikkelde concepten en methoden zijn ook bruikbaar voor andere aandoeningen en in de sessie laten we zien hoe ze zouden kunnen worden toegepast voor andere aandoeningen.
7) Innovatie, artificiële intelligentie en besluitvorming
Sprekers: Bas Becker en Sierk Ybema (Talma Instituut).
Inhoud van de sessie. Innovatie brengt de hoop dat zaken anders kunnen. Anders betekent echter niet automatisch beter. Als een innovatie de bestaande organisatie verandert, dan doorbreekt het de rollen en routines van alle betrokkenen. Na de introductie van een grote belofte volgt dan vaak een moeizame implementatie door onverwachte en soms ongewenste effecten. Het Talma Instituut onderzoekt hoe innovatie-initiatieven uitpakken in de praktijk: hoe stellen verschillende partijen zich op? Welke “wij-zij processen” komen op gang? Om inzicht te krijgen in de impact van een innovatie op de gang van zaken in een organisatie, zoals in besluitvormingsprocessen en (routines in) dagelijkse werkpraktijken, bespreken we verschillende casussen, waaronder de invoering van artificiële intelligentie in de besluitvorming op een intensive care afdeling.
Doel van de sessie. In deze sessie bespreken we de resultaten van ons onderzoek in verschillende ziekenhuizen. We eindigen met een bespreking van de implicaties van onze inzichten voor beleid en uitvoering van innovatie in de zorg.
8) Niet gecontracteerde zorg
Sprekers: Xander Koolman (Talma Instituut), Arno Rutte (voormalig Tweede Kamerlid VVD)
Inhoud van de sessie. Binnen het zorgstelsel is er ruimte voor zowel gecontracteerd als niet gecontracteerd zorgaanbod. Contractprikkels geven financiers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op het zorgaanbod. De mogelijkheid voor patiënten om niet-gecontracteerd zorgaanbod te gebruiken geeft keuzevrijheid en ruimte voor innovatie voor zorgaanbieders.
Wanneer het voor een wezenlijk deel van de zorgaanbieders aantrekkelijk wordt om niet gecontracteerde zorg te leveren neemt daarmee de invloed van financiers op het zorgaanbod af. Zij kunnen hun rol en verantwoordelijkheid dan niet meer waarmaken.
Dit onderwerp wordt ook wel geduid met het “hinderpaalciterium uit artikel 13 ZVW”. Het afschaffen van artikel 13 zou ten koste gaan van vrijheid van artsenkeuze, en bleek de afgelopen jaren politiek gevoelig te liggen. Het Talma Instituut deed onderzoek naar het verschil in zorg tussen gecontracteerd en niet gecontracteerd zorgaanbod in zowel de wijkverpleging als in de GGZ in 2017. Dat onderzoek is door anderen herhaald.
Doel van de sessie. In deze sessie bespreken we op basis van onze onderzoeksresultaten hoe groot het verschil in gedrag tussen beide typen zorgaanbieders is en wat het verschil verklaart. Ook gaan we in gesprek over de vraag: biedt het Integraal Zorgakkoord goede handvatten?