Vijf persoonlijkheidskenmerken
De vijf persoonlijkheidskenmerken uit de Big Five persoonlijkheidstheorie zijn extraversie, vriendelijkheid, emotionele stabiliteit, ordelijkheid en openheid. Op basis van iemands score op deze vijf persoonlijkheidskenmerken krijg je een goed beeld van iemands persoonlijkheid.
1. Extraversie. Hoe extravert is iemand? Je score op deze schaal laat zien in welke mate je behoefte hebt aan contact met andere mensen. Introverte mensen werken liever meer op zich zelf en extraverte mensen hebben meer behoefte aan contact met anderen en houden meer van afwisseling. Meer informatie over dit kenmerk met passende beroepen vind je op extraversie.
2. Vriendelijkheid. Deze schaal wordt ook wel altruïsme genoemd en laat zien in welke mate iemand van nature meer van zijn of haar eigen belang uitgaat of meer oog heeft voor de belangen van anderen. Een lagere score op deze schaal maakt iemand competitiever, minder inschikkelijk. En een hogere score betekent dat je over het algemeen wat socialer en milder bent. Meer informatie over dit kenmerk vind je op vriendelijkheid.
3. Emotionele stabiliteit. In sommige versies wordt deze schaal ook wel neuroticisme genoemd. Ben je van nature kalm en niet snel van je stuk te brengen (emotioneel stabiel) of ben je van nature wat gevoeliger, sensitiever en sneller (over)bezorgd. Meer informatie over dit kenmerk met passende beroepen vind je op emotionele stabiliteit.
4. Ordelijkheid. Deze schaal wordt ook wel gewetensvolheid of zorgvuldigheid genoemd. Ben je iemand die van nature erg geordend is, altijd op tijd is en structureel en systematisch te werk gaat? Of ben je meer iemand die wat flexibeler is en soms wat chaotisch. Meer informatie over dit kenmerk vind je op ordelijkheid.
5. Openheid. Met openheid wordt bedoeld in welk mate je open staat voor nieuwe ervaringen. Ben je van nature fantasierijk, loop je over van ideeën en benieuwd hoe het anders kan. Of ben je wat traditioneler ingesteld en hou je het liever bij het oude. Meer informatie over dit kenmerk vind je op openheid.
Voor veel mensen geldt dat ze maar op een of twee kenmerken erg hoog of laag scoren. Op de andere schalen scoren mensen dan ergens rond het gemiddelde. Loop de vijf kenmerken maar eens langs en bepaal bij elk kenmerk wie jij een goed voorbeeld vindt van een hoge of lage score. Wie van jouw vrienden of collega’s vind je bijvoorbeeld heel extravert, wie scoort het laagst op vriendelijkheid (is heel competitief), wie vind je over het algemeen erg geordend? Als je dit per schaal doet, zal je dus zien dat je bij elke schaal wel een voorbeeld kunt vinden van iemand die hier erg hoog of laag op scoort. De meeste andere mensen die je kent zitten dan ergens tussen die twee mensen in en scoren op die schaal dan wat minder uitgesproken.