Marzano Roadmap
De weg naar een High Performing School
Bij welke groep hoort u?
*
Please Select
Docent
Leidende coalitie
Directie
Op welke locatie bent u werkzaam?
*
Please Select
Zusterstraat
Capadosestraat
Back
Next
Schoolniveau (1)
*
1. De basis op orde
‘De randvoorwaarden scheppen voor schoolontwikkeling’
Landelijke kerndoelen vormen het uitgangspunt voor het curriculumontwerp. Leermaterialen en methodes zijn zorgvuldig gekozen en worden effectief gebruikt door docenten. Naast de cognitieve ontwikkeling is er aandacht voor de sociaal-emotionele en seksuele ontwikkeling van leerlingen, al dan niet in relatie tot actuele maatschappelijke (politieke) discussies of ingrijpende gebeurtenissen in de wereld. In het curriculumontwerp is er rekening gehouden met de frequente herhaling en automatisering van de belangrijkste vakspecifieke kernconcepten en - vaardigheden.
2. Goed presterende School
‘De school goed laten presteren’
Het curriculum is per jaar, per periode en per thema uitgewerkt in concrete, haalbare en meetbare leerdoelen. Het curriculum garandeert voor elke leerling een basisniveau van geletterdheid en gecijferdheid om succesvol deel te kunnen nemen aan een vervolgopleiding en de samenleving. Daarnaast krijgen leerlingen de nodige kennis mee om de wereld om hen heen en de historie daarvan goed te kunnen begrijpen. De schoolleider faciliteert docenten om periodiek onderdelen van het curriculum te heroverwegen en waar wenselijk te herinrichten.
3. High performing School
‘Het best mogelijke onderwijs bieden voor alle leerlingen’
Docenten kennen de leerlijn van hun vak (ken) op hun duimpje en hebben goed zicht op de leerlijnen van aangrenzende vakgebieden. Er is een balans tussen formatief en summatief toetsen, ontworpen en ingezet met een duidelijk (didactisch) doel. Het schoolteam is zich bewust van de invloeden van sociaaleconomische en culturele achtergrond van leerlingen en garandeert schoolsucces onafhankelijk daarvan. Naast de cognitieve vaardigheden oefenen leerlingen doelmatig met communicatieve vaardigheden en samenwerkingsvormen, met ondersteuning van formatieve (peer)evaluaties.
Een haalbaar en gedegen programma
Dit blijkt uit:
*
*
1. De basis op orde
‘De randvoorwaarden scheppen voor schoolontwikkeling’
Docenten baseren hun lesplan op concrete lesdoelen en communiceren deze ook op een begrijpelijke manier met de leerlingen. Docenten controleren of alle leerlingen de leerdoelen behalen, zo niet wordt er actie ondernomen. In de begeleiding van leerlingen weten docenten de belangrijkste principes van effectieve feedback toe te passen. Met periodieke summatieve toetsen wordt in kaart gebracht hoe de prestaties van elke leerling vorderen en of er reden is tot de intensivering of uitbreiding van de geboden ondersteuning. Leerlingen die achterblijven wordt extra ondersteuning geboden.
2. Goed presterende School
‘De school goed laten presteren’
Er wordt niet gedifferentieerd in leerdoelen, maar in de mate van ondersteuning. Met (korte) formatieve toetsmomenten wordt voorgaande kennis opgehaald, controleren docenten regelmatig op begrip en voorzien zij de leerlingen van de nodige feedback. Leerlingen gaan pas ‘verder’ wanneer de actuele leerstof voldoende wordt beheerst (mastery learning). De school houdt data bij m.b.t. het bereiken van de leerdoelen met het doel de leerrendementen te verbeteren. In de leeractiviteiten wordt een diversiteit aan feedbackmechanismen toegepast. Leerlingen die zich heel snel ontwikkelen, krijgen verrijking aangeboden.
3. High performing School
‘Het best mogelijke onderwijs bieden voor alle leerlingen’
Docenten gaan bij belangrijke actuele maatschappelijke gebeurtenissen met de leerlingen in kritische dialoog en proberen deze gebeurtenissen samen vanuit verschillende perspectieven te verklaren, begrijpen en te waarderen. Zo worden leerlingen uitgedaagd hun kennis toe te passen in complexe doch reële contexten. Docenten hanteren voor de toetsing van non-cognitieve vaardigheden gezamenlijk ontwikkelde rubrics of andere formatieve toetsvormen die periodiek worden gecontroleerd op validiteit en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid.
Uitdagende doelen en
effectieve feedback
Dit blijkt uit:
*
*
1. De basis op orde
‘De randvoorwaarden scheppen voor schoolontwikkeling’
Schoolleiding en docenten zien ouders als partners in leren en onderwijzen. Ouders worden goed geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. Er worden ouders tips geboden om hun kinderen goed voorbereid naar school te sturen. De gemeenschap wordt actief betrokken bij (extracurriculaire) schoolactiviteiten, vieringen en evenementen. Er zijn heldere afspraken met ouders (en evt. winkels en bedrijven in de buurt) van de school over orde en gedragsregels.
2. Goed presterende School
‘De school goed laten presteren’
Gezamenlijke doelen worden benadrukt en gecommuniceerd met de omgeving. Er zijn intervisies met het vervolgonderwijs en/of het werkveld ten behoeve van de wederzijdse aansluiting. Ouders worden op school uitgenodigd hun specifieke expertise in te brengen en/of hand- en spandiensten te verrichten. De culturele en natuurlijke omgeving van de school wordt effectief ingezet ter ondersteuning van lesprogramma’s. Leerlingen leveren periodieke bijdragen aan maatschappelijke of lokale problematiek of initiatieven.
3. High performing School
‘Het best mogelijke onderwijs bieden voor alle leerlingen’
De school en zijn stakeholders vormen een hechte gemeenschap van onderwijzers en opvoeders met gedeelde normen en waarden. Er zijn afspraken en gezamenlijke activiteiten in samenwerkingen met het vervolgonderwijs of werkplek om de aansluiting te optimaliseren en uitval van leerlingen te minimaliseren. De school onderhoudt duurzame samenwerkingsverbanden met regionale (overheids)instanties, bedrijven, en/of zorgcentra ten behoeve van verrijkende (extracurriculaire) schoolactiviteiten.
Betrokkenheid van ouders en gemeenschap
Dit blijkt uit:
*
Back
Next
Schoolniveau (2)
*
1. De basis op orde
‘De randvoorwaarden scheppen voor schoolontwikkeling’
Het schoolgebouw is hygiënisch en veilig ingericht. De onderwijsruimtes zijn netjes en overzichtelijk ingericht. Er zijn protocollen voor noodsituaties (bv. ontruiming) en ten alle tijden toegewijde bedrijfshulpverleners aanwezig. Er zijn duidelijke regels in de school die door alle medewerkers worden nageleefd. De school waarborgt de (verkeers)veiligheid in de directe omgeving van de school in samenwerking met de lokale overheid.
2. Goed presterende School
‘De school goed laten presteren’
Er geldt een ‘zero-tolerance’ beleid voor pestgedrag. Inspraak van leerlingen wordt actief georganiseerd (bv. leerlingenraad) en leidt aantoonbaar tot verbeteracties. Er is een vertrouwenspersoon waar leerlingen terecht kunnen met vragen of zorgen. De inrichting van de school is uitnodigend en staat ten dienste van leren of sociale activiteiten. Docenten en leerlingen wordt aangeleerd om kritisch te reflecteren op hun eigen gedrag en de mogelijke effecten daarvan op de omgeving
3. High performing School
‘Het best mogelijke onderwijs bieden voor alle leerlingen’
De ruimtes zijn waar nodig doelmatig aangekleed en ingericht op het onderwijzen van specifieke vakgebieden. Ruimtes zijn niet overmatig aangekleed met versieringen die de aandacht van leerlingen trekken en/of hen kunnen afleiden. Leerlingmentoren en leerlingmediators worden ingezet om onderwijsactiviteiten te organiseren en conflicten te hanteren of te voorkomen.
Veilige, ordelijke
omgeving
Dit blijkt uit:
*
*
1. De basis op orde
‘De randvoorwaarden scheppen voor schoolontwikkeling’
Alle medewerkers in de organisatie zijn in staat om de schoolvisie op hoofdlijnen te reproduceren en de belangrijkste implicaties hiervan op hun dagelijks professioneel handelen te benoemen. Alle medewerkers in de school hanteren een gezamenlijk een eenduidig vakjargon. Er is overeenstemming over de betekenis van onderwijskundige concepten. Docenten en schoolleiders wisselen goede voorbeelden uit en bevragen elkaar op succesfactoren. Het is gebruikelijk om effectieve feedback te geven en krijgen van je collega’s om samen van te leren.
2. Goed presterende School
‘De school goed laten presteren’
De schoolleider betrekt collega’s actief bij de doorontwikkeling en verdere onderbouwing van deze visie die bepalend is voor het maken van keuzes op het gebied van leren, leren organiseren, professionaliseren en veranderen. Docenten maken gebruik van gedeelde ervaringen en/of leerlingresultaten om opvallendheden in de ontwikkeling van (groepen) leerlingen samen te identificeren. Op basis van actuele vakliteratuur worden er interventies uitgezet. Er is een continue professionele dialoog over de onderwijskwaliteit en docenten delen zorgen over de ontwikkeling van leerlingen of de eigen handelingsverlegenheid. Docenten werken gericht aan hun persoonlijke professionele ontwikkeling aan de hand van geconstateerde problemen. Er is een speciaal inwerkprogramma voor nieuwe of onlangs gestarte collega’s.
3. High Performing School
‘Het best mogelijke onderwijs bieden voor alle leerlingen’
In professionele leergroepen werken en leren onderwijsgevend en -ondersteunend personeel structureel, cyclisch en onderzoeksmatig samen. Er worden mogelijke verbeterpunten geïdentificeerd op basis van data en actuele onderwijswetenschappelijke inzichten. Het leren en het lesgeven wordt regelmatig gemonitord door middel van klassenobservaties. Daarnaast is er ruimte voor het oefenen van het professioneel handelingsrepertoire (bv. op instructie- of gesprekstechnieken) en het organiseren van intercollegiale feedback daarop. De bevindingen worden gecommuniceerd aan collega’s en vormen het advies voor de beleidsontwikkeling op school.
Collegialiteit en professionaliteit
Dit blijkt uit:
*
Back
Next
Docentniveau (1)
*
1. De basis op orde
‘De randvoorwaarden scheppen voor schoolontwikkeling’
Het schoolteam discussieert regelmatig over de kwaliteit van lesmethoden, -materialen of activiteiten en de schoolleider evalueert samen met teamleden het gebruik of aanschaf daarvan. De vakspecifieke leerlijnen zijn voorzien van een degelijk lesprogramma. Verouderde of niet-relevante onderdelen van het lesprogramma worden zo nu en dan geschrapt of vervangen. Er heerst een besef dat er duidelijke keuzes gemaakt moeten worden over de invulling van het lesprogramma.
2. Goed presterende School
‘De school goed laten presteren’
Het curriculum is gegarandeerd en gebaseerd op een rijke en brede kennisbasis. De kennis en vaardigheden die binnen de vakspecifieke leerlijnen ontwikkeld zijn, worden binnen de vakoverstijgende thema’s gebundeld, toegepast en waar mogelijk verdiept. Er is binnen de thema’s ruimte voor leerlingen om te participeren in, of het initiëren van (maatschappelijk) relevante projecten. Deze projecten kunnen plaatsvinden binnen (gesimuleerde) authentieke leersituaties en in samenwerking met relevante beroepsbeoefenaars of inhoudelijke experts, maar zijn altijd curriculum of maatschappelijk georiënteerd.
3. High Performing School
‘Het best mogelijke onderwijs bieden voor alle leerlingen’
De manier waarop het curriculum in de praktijk wordt gebracht is niet statisch, maar wordt binnen de gemeenschap van High Performing Schools continu verrijkt en verbeterd. Succesvolle projecten, uitgewerkte lesplannen, -tips en -ideeën (bv. op basis van lesson studies) worden zowel fysiek als digitaal uitgewisseld en besproken ter inspiratie en ondersteuning van alle betrokken professionals. Voor het herontwerp worden onderwijskundige modellen en actuele inzichten uit vakliteratuur gehanteerd. Er wordt tevens gebruik gemaakt van internationale best-practices.
Sturing en herontwerp
programma
Dit blijkt uit:
*
Back
Next
Docentniveau (2)
*
1. De basis op orde
‘De randvoorwaarden scheppen voor schoolontwikkeling’
Docenten zijn goed voorbereid op lessen en houden zich aan schoolbrede afspraken en roosters. Zij bieden met een goed doordacht klassenmanagementstructuur, rust (waar nodig) en regelmaat in de klas. Zij tonen persoonlijke waardering en interesse naar alle leerlingen en hun thuissituatie. Door de hele school gelden eenduidige gedragsregels die helder naar de leerlingen gecommuniceerd worden. Kleine verstoringen van de les worden zo snel en onopvallend mogelijk gecorrigeerd.
2. Goed presterende School
‘De school goed laten presteren’
Het schoolteam is zich zeer bewust van de pedagogische voorbeeldfunctie. Docenten weten wanordelijk gedrag zo te hanteren dat de relatie met leerlingen niet wordt verstoord. Docenten hebben zicht op, of onderzoeken, welke omgevingsfactoren de sociaal- emotionele of cognitieve ontwikkeling van de leerlingen mogelijk negatief beïnvloeden en zoeken in samenwerking met betrokkenen (bv. familie of vrienden) actief naar oplossingen.
3. High Performing School
‘Het best mogelijke onderwijs bieden voor alle leerlingen’
IB’ers ondersteunen en adviseren de professionele leergroepen of individuele onderwijsgevenden of - ondersteuners met de identificatie en begeleiding van leerlingen met specifieke zorgbehoeften. De IB’er inventariseert schoolbrede trends en organiseert op basis daarvan waar nodig schoolbrede professionaliseringsactiviteiten of ondersteuning voor docenten. De IB’er is actief in regionale en/of landelijke kennisnetwerken met vakgenoten en -experts.
Pedagogisch handelen en
klassenmanagement
Dit blijkt uit:
*
*
1. De basis op orde
‘De randvoorwaarden scheppen voor schoolontwikkeling’
Docenten hanteren een lesplannen met een duidelijke fasering met instructie, inoefenen, toepassen en evaluatie. Er worden leerlingen diverse leermiddelen geboden om het leerproces te ondersteunen. Docenten investeren m.n. in de acquisitie, frequente herhaling en verbinding van kennis door veel directe instructie, feedback en begeleiding te bieden. Zij passen daarbij de gangbare instructietechnieken toe, hanteren een passend tempo en gebruiken verschillende werkvormen.
2. Goed presterende School
‘De school goed laten presteren’
Docenten kunnen uitleggen welke psychologische principes ten grondslag liggen aan hun didactische strategieën. Leerlingen krijgen een breed scala aan kwalitatieve digitale en fysieke leermiddelen beschikking gesteld door de leraar. Er worden vooraf aanwijzingen gegeven om de aandacht van leerlingen te richten (priming). Docenten beheersen alle belangrijke instructietechnieken en kunnen deze ook flexibel toepassen als de situatie daarom vraagt. Zij zorgen dat alle leerlingen actief moeten nadenken over de aangeboden concepten en spelen tijdig in op (veel voorkomende) misconcepties. Er worden betekenisvolle voorbeelden, metaforen en analogieën geboden.
3. High Performing School
‘Het best mogelijke onderwijs bieden voor alle leerlingen’
Leraren zijn in staat om lessen voor te bereiden en uit te voeren met uitdagende, heldere en specifieke leerdoelen, samenhangende (verlengde) instructies, verdiepende verwerkingsopdrachten en effectieve formatieve feedbackmechanismen. Docenten ontwikkelen gezamenlijk (uitgewerkte) voorbeelden en hypotheses om te gebruiken in de les. Zij houden de actuele ontwikkelingen rondom didactiek bij door (wetenschappelijke) literatuur te lezen en structureel met collega’s en andere experts in kritische dialoog te gaan over elkaars ervaringen en inzichten. De docenten kunnen beargumenteren wat wel én niet werkt op school.
Didactische aanpak
Dit blijkt uit:
*
Back
Next
Leerlingniveau (1)
*
1. De basis op orde
‘De randvoorwaarden scheppen voor schoolontwikkeling’
De school onderhoudt goede contacten met ouders. Docenten zijn bekend met de kenmerken en eventuele problemen van de thuissituatie van leerlingen en hoe deze hun ontwikkeling kunnen beïnvloeden. Leerlingen waarvan de thuissituatie (tijdelijk) gevaarlijk, onrustig of op andere wijze problematisch is wordt extra (emotionele) ondersteuning geboden. Op school is er aandacht en respect voor diversiteit en cultuurverschillen.
2. Goed presterende School
‘De school goed laten presteren’
Er worden in samenwerking met ouders culturele activiteiten georganiseerd op school om alle leerlingen bekend te laten raken met elkaars achtergrond. Verbinding staat centraal. Ouders hebben toegang tot een digitaal portaal of website om zichzelf op de hoogte te stellen van schoolactiviteiten. De school biedt gezinnen met weinig middelen boeken, speel- en/of leermaterialen aan om thuis te kunnen oefenen.
3. High Performing School
‘Het best mogelijke onderwijs bieden voor alle leerlingen’
De school voert een open en structurele dialoog met ouders over de opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen. Het rooster en het leerlingvolgsysteem is digitaal en direct gekoppeld aan de (persoonlijke) leerdoelen en -resultaten van elke leerling. Deze worden op verschillende wijzen inzichtelijk gemaakt voor de schoolleider, (betrokken) leraren, ouders en de leerling zelf om de vooruitgang van elke leerling goed te kunnen volgen en om tijdig extra passende ondersteuning te kunnen bieden.
Thuissituatie
Dit blijkt uit:
*
Back
Next
Leerlingniveau (2)
*
1. De basis op orde
‘De randvoorwaarden scheppen voor schoolontwikkeling’
Op school is bekend dat voorkennis het belangrijkste verschil is tussen leerlingen als het gaat om leren. Voorkennis ophalen en controleren vormt een vast onderdeel van elke les. Docenten kennen de verschillende vormen van cognitieve belasting en proberen de extrinsieke belasting te minimaliseren, met name voor leerlingen met minder voorkennis. Er is veel aandacht voor de ontwikkeling van de woordenschat en lezen.
2. Goed presterende School
‘De school goed laten presteren’
In het schoolteam is volledige overeenstemming over de beperkte rol van aanleg en de grote ontwikkelbaarheid van intelligentie. Leerlingen worden niet bestempeld als slim of dom maar worden continu uitgedaagd om de volgende stap te zetten in hun ontwikkeling. In lessen worden leerlingen structureel aangemoedigd om voorkennis op te halen (retrieval practice) en worden de belangrijkste kernconcepten regelmatig herhaald (spaced repetition). Leerstof wordt waar mogelijk compacter aangeboden en/of verrijkt voor leerlingen die de leerstof reeds beheersen. Docenten hanteren bewezen principes om zo effectief mogelijk gebruik te maken van het beperkte werkgeheugen.
3. High Performing School
‘Het best mogelijke onderwijs bieden voor alle leerlingen’
Docenten behandelen alle leerlingen gelijkwaardig, maar niet gelijk. De docenten spreken richting alle leerlingen hoge verwachtingen uit. Zij zijn zich er echter wel van bewust en maken er ook geen geheim van dat sommige leerlingen harder zullen moeten werken en meer ondersteuning nodig hebben om succesvol te kunnen doorstromen naar het vervolgonderwijs of te kunnen deelnemen aan de maatschappij. Tegelijkertijd organiseren leraren uitdagende (maatschappelijke) projecten of vervangende extracurriculaire activiteiten voor de leerlingen die de leerdoelen juist versneld behalen om verdieping of verbreding te bieden en onderpresteren te voorkomen.
Achtergrondkennis
Dit blijkt uit:
*
*
1. De basis op orde
‘De randvoorwaarden scheppen voor schoolontwikkeling’
Docenten investeren in de relatie met alle leerlingen. Docenten weten dat motivatie een belangrijke voorwaarde is om te leren. Zij zien motivatie niet als een vaststaand kenmerk van de leerling maar als beïnvloedbaar. Ze voelen zich daarmee verantwoordelijk voor de leermotivatie van leerlingen. Docenten tonen en stimuleren een grote nieuwsgierigheid naar hun vakgebied en plezier in leren. Intrinsieke motivatie van leerlingen wordt niet extrinsiek beloond.
2. Goed presterende School
‘De school goed laten presteren’
Leerlingen worden voorzien in hun psychologische basisbehoeftes competentie, autonomie en relatie. Demotivatie wordt op basis van die behoeftes geanalyseerd en adequaat aangepakt. Docenten weten dat motivatie voorwaardelijk is voor leren, maar succesvolle leerervaringen vooral leiden tot hogere motivatie. Betrokkenheid van leerlingen wordt ‘afgemeten’ aan de mate waarin ze engageren met de leerinhoud. Verstoorde leraarleerling relaties worden zo snel mogelijk hersteld. Inzet van leerlingen om steeds de (wenselijke) uitdaging op te zoeken wordt positief bekrachtigd.
3. High Performing School
‘Het best mogelijke onderwijs bieden voor alle leerlingen’
Op school heerst de opvatting dat leerprestaties leiden tot motivatie en niet andersom. De leerlingen kunnen zich positief met de school identificeren en dragen trots voor de schoolgemeenschap. Docenten tonen leerlingen bewust een actieve, onderzoekende en kritische houding. Zij hebben interesse en plezier in leren en dragen met regelmaat uit dat oefening en toewijding zich uitbetaalt in persoonlijke groei en prestaties. Demotivatie van leerlingen of klassen worden in professionele leergroepen geadresseerd en er worden gezamenlijk interventies gepland en geëvalueerd.
Motivatie
Dit blijkt uit:
*
Submit
Should be Empty: